Introductie luistersessie Guns N’ Roses – Appetite For Destruction @ Huis23 (Ancienne Belgique) 17 oktober

Afbeelding

 

Axl Rose.

En, ok, Dizzy Reed, de toetsenist die sinds 1990 en de Use Your Illusion-platen het enige min of meer originele lid is dat het tot op vandaag volhoudt aan de zijde van Axl.

Meer blijft er dezer dagen niet over van wat de wereld hoort te verstaan onder Guns N’ Roses.

Hoeveel kilo Axl Rose er dan tegenwoordig ook op het podium staat, da’s betrekkelijk mager.

En toch heeft Guns N’ Roses nooit zoveel die-hard fans gehad als nu.

 

Ligt dat aan Chinese Democracy? Allicht niet. Hoewel. De hele 17-jarige saga van het opnameproces en de potsierlijke productie daar gelaten, liet Axl wél zien dat hij nog steeds een song kan schrijven. Songs als Sorry, Shackler’s Revenge en Better hadden niet misstaan op Use Your Illusion. Net zoals Estranged en November Rain zijn het échte Axl-songs.

 

Maar dé reden waarom er zo’n legioen fans zich achter de frontman schaart, is de wat magere output van de rest van de leden.

 

Slash’s Snakepit was iets uitsluitend voor de liefhebbers. Zijn Velvet Revolver kampte dan weer met dezelfde problemen als Guns N’ Roses: een onhandelbare frontman en groepsleden die elk een andere kant willen uitgaan. En daar: liever Axl dan Scott Weiland. Slash’s soloplaten zijn best ok, maar geef toe: wie gaat er volgend jaar nog You’re A Lie of Back From Cali fluiten?

 

Bassist Duff McKagan dan. Zijn eerste uitstapje in Neurotic Outsiders met Steve Jones van de Seks Pistols en John Tayler van Duran Duran mondde uit in een meer dan fijne plaat, maar was weinig meer dan een geinigheidje. Zijn soloplaat Beautiful Disease zag nooit het licht en als we ons baseren op de liveversies van de nummers van die plaat op Loaded’s Episode 1999: Live is dat niet eens een gemis.

 

De drie platen die McKagan opnam met zijn Loaded horen dan ook alleen maar thuis in de platenkast van dat selecte groepje Guns N’ Roses-fans die hun verzameling graag compleet zien – ik pleit schuldig. Nee, meer dan met muziek viel McKagan op met zijn uitstekende financiële columns voor Playboy en de Seattle Weekly.

 

Over naar Izzy Stradlin. De tweede gitarist die zoveel meer was dan alleen maar een ruggensteun – hij was de eigenlijke ruggengraat van de band die in ’87 L.A. en de hele wereld op zijn kop zette. Stradlin maakte met zijn Ju Ju Hounds enkele hoogst fijne platen – platen waarop je hoort dat er naast Axl en Slash nog een derde uitstekende songwriter in Guns N’ Roses zat. Denk maar aan Pretty Tied Up en You Could Be Mine. Stradlin hield zich met de grootste waardigheid wat in de luwte maar dook wel op bij zowel Slash’s projecten als aan de zijde van Axl’s versie van Guns N’ Roses. Het lijkt erop alsof hij de enige is die nog welkom is in zowel kamp Slash als kamp Axl. Allemaal redenen die het des te jammer maken dat Stradlin hier in Europa zo vergeten lijkt.

 

Rest er nog drummer Steven Adler. De man die uit Guns N’ Roses werd gekickt omdat hij te veel drugs nam – kan je je inbeelden. Na in enkele terecht vergeten bands te hebben gespeeld, richtte hij Adler’s Appetite op, samen met een paar andere Sunset Strip veteranen als Jizzy Pearl van Love/Hate en Robbie Crane van Ratt. Guns N’ Roses-covers aangevuld met wat verwaarloosbare eigen songs en wat Aerosmith- en Thin Lizz-covers. Het bekendste werd Adler met zijn optreden in reality shows als Celebrity Rehab with Dr. Drew – afkicken op televisie.

 

 

Voor de échte fans is er natuurlijk maar één echt Guns N’ Roses en dan wel dat van Appetite For Destruction. Maar zelfs zij die Guns tot vandaag in hun hart dragen moeten toegeven dat het solowerk van de originele leden niet bepaald heeft bijgedragen tot waarom ze werden opgenomen in de Rock’n’Roll Hall Of Fame.

 

In alle objectiviteit kan je zelfs niet anders dan stellen dat Axl het er nog het beste vanaf heeft gebracht. Hij vult Sportpaleizen en staat als headliner op festivals. Slash en Duff krijgen dan wel een AB gevuld maar maken nog lang geen aanspraak op de bovenste plaats op festivalsaffiches. Izzy Stradlin en Steven Adler kom je in Europa zelfs nauwelijks tegen.

 

Nu goed, de mensen willen allicht allesbehalve Axl zelf zien of Chinese Democracy horen. Ze willen de klassiekers, van Appetite’s opener Welcome To The Jungle tot You Could Be Mine van Use Your Illusion II.

 

En ook daar: in al hun vormen brachten de andere ex-leden ook hun deel van die klassiekers, maar zonder hetzelfde succes. Wie gelooft Slash’s zanger Myles Kennedy als die ‘Out Ta Get Me’ huilt? Nee, dat gevaar van het echte Guns N’ Roses moet je nog steeds bij Axl gaan zoeken. Axl klinkt nog steeds alsof hij ’s nachts je vriendin de hersenen uit haar hoofd neukt terwijl jij er naast ligt  omdat it’s so fuckin’ easy. Langs de andere kant hoorde ik dit jaar op Graspop die Myles Kennedy een feilloze versie van Civil War zingen. Alleen: Myles is geen Axl, net zoals Axl’s gitarist DJ Ashba geen Slash is – hoe dik het er ook op ligt dat Ashba onze held met hoge hoed poogt te klonen.

 

Axl mag dan een potsierlijke gek zijn geworden die vierkante meloenen op zijn rider vraagt, ex-leden het ene proces na het andere aandoet en zich zelfs te goed voelt om aan te treden bij hun inhuldiging in de Rocknroll hall of fame – hij is wel dezelfde gevaarlijke en gemene fucker gebleven van weleer, terwijl Slash een beetje de knuffelbeer van de rock is geworden. Hij rookt zelfs niet meer.

 

Ik overdrijf natuurlijk. En for the record: ik zou zelf geen slecht woord over Slash kunnen uitten. Hij was aanvankelijk de reden waarom ik zo totaal omver geblazen werd door Appetite For Destruction. De solo’s, de riffs, de stukjes gitaar op Mr. Brownstone, Sweet Child O’ Mine, Rocket Queen en Think About You die absolute schilderijtjes zijn. Hij zalfde wat nuancering op Axl’s grootspraak en agressie.

 

Net zoals in ’87 het geval moet geweest zijn was Appetite voor mij de perfecte plaat op het perfecte moment. Zoals dat gaat bij tieners is het aanvankelijk kiezen tussen subculturen. Ik hield van rock, metal, punk, glam, indie, blues – ik wist toen nog niet dat er buiten die genres ook goeie muziek gemaakt wordt – ik hield dus van al die genres maar kon maar niet kiezen. Appetite was alles in één. Zelfs nu klinkt de plaat nog gemeen en razend en productioneel sterk genoeg om kids omver te blazen.

 

Appetite is voor mij het eindpunt waarin alles wat goed is aan rock’n’roll samen kwam: de ultieme, definitieve samensmelting van de Stones, de Pistols, Aerosmith, Jimi Hendrix, New York Dolls, Stooges, Little Richard,… noem maar op. Na Appetite werd rock’n’roll een merk, een textbook levensstijl, een franchise, een attitude die zich steeds baseerde op en kopieerde van die originele blauwdruk.

 

Voorgangers als Led Zep, Sabbath, The Who en de Stooges hebben uiteraard net zo goed en misschien zelfs meer hun aandeel gehad in wat wij vandaag zien als het totaalconcept rock’n’roll, maar het was Guns N’ Roses dat de rangen sloot. Na hen leek het wel alsof rock’n’roll ‘af’ was – geen enkele band heeft sindsdien meer rock in rock’n’roll kunnen steken. En al zeker niet Motley Crue of Nirvana – hoewel er in die laatste band eenzelfde echtheid zat, die zelfs door Axl opgemerkt en bewonderd werd. GNR’s ongenaakbare status die tot op vandaag staat, hebben ze eerst en vooral, maar misschien uitsluitend aan Appetite For Destruction te danken.

 

Om even te schetsen wat voor een unieke momentopname die plaat was: in 1990 klaagde Steven Adler zijn ex-bandmakkers aan omdat hij vond dat zij schuldig waren aan zijn drugsverslaving én omdat hij erachter kwam dat het contract dat hij getekend had bij zijn ontslag inhield dat hij zijn financiële aandeel in de band kwijt was.

 

Het GNR-kamp – toen nog met Slash en co – wilde het eerst buiten de rechtbank regelen met een relatief klein bedrag. Adler accepteerde het aanbod, maar dan mengde Axl zich in de strijd. Axl wilde het helemaal niet in den minne regelen, Axl wilde gerechtigheid. Of eigenlijk: Axl wilde die motherfucker van een Adler tot op het bot vernederen.

 

Omdat hij dat contract nu eenmaal getekend had, kon Adler eigenlijk helemaal niet zeker zijn van zijn zaak. Maar dan begon, zoals dat gaat, de strijd zich uit te breiden tot buiten de gesloten deuren van het gerechtsgebouw. De knuffelbare, ietwat sullige, blonde drummer die ontslagen werd leek natuurlijk heel wat sympathieker dan de arrogante, rosse rockster miljonair die hem ontsloeg.

 

Alvorens de zaak totaal uit de hand zou lopen, deed GNR Adler een nieuw en verbeterd voorstel. Het was daar, nog geen drie jaar na Appetite, dat GNR zijn aura van most dangerous band in the world al verloren had.

 

Een aura dat ze nochtans hadden verdient. Want hoewel Appetite aanvankelijk maar matig werd onthaald als een doorslagje van Hanoi Rocks, zag de wereld al snel in wat voor een unieke band er daar in het voetlicht trad. Journalist Danny Sugarman maakte als manager van The Doors Jim Morrison van dichtbij mee, maar schreef in z’n  boek The Days Of Guns N’ Roses dat hij nog nooit een band met zoveel woede had gezien. Hij herkende de decadentie van de Stones en het bittere nihilisme van de Sex Pistols in een slordige, maar geniale mix.

 

Dat hij Axl met Jim Morrison vergeleek getuigt dan wel van weinig respect voor die laatste, het staat vast dat er in 87 geen enkele frontman nog maar aan de hielen kwam van de ontegensprekelijk charismatische Axl Rose en zijn ongeziene talent om een hele show lang alle ogen op hem gericht te houden – het was pas later dat Slash ook heel nadrukkelijk zijn deel van het voetlicht opeiste, door bijvoorbeeld met een übercoole nonchalance een van de mooiste solo’s in de geschiedenis te spelen voor een bouwvallig kerkje in de woestijn.

 

Maar hoewel Appetite muzikaal evenveel Slash en Izzy als Axl was, was op dat moment die laatste dé redenen om de band live mee te maken. Hij was een frontman zoals de wereld er nog nooit een van zo dichtbij had gezien. Ozzy was totaal gestoord en Robert Plant was pure klasse en stijl, maar Axl liet zich niet in één gat vangen. Hij slingerde tussen balorig machoistisch haantjesgedrag en haast zeemzoetige emotionele kwetsbaarheid. Schizofrenie die zowel afzonderlijk als samen optrad, denk maar aan hoe Rocket Queen en Sweet Child O’ Mine twijfelen tussen passioneel liefdesspel en brutale wurgseks. Hoewel het bij Sweet Child ook Slash was die je met een solo meevoerde langs hopeloos verlangen en melancholie naar de diepe woede van de plot van het nummer. Het maakt van Sweet Child het ultieme GNR nummer.

 

Maar er staat eigenlijk geen enkel minder dan subliem nummer op Appetite. Het begint al bij Welcome To The Jungle. De rosse redneck hilbilly Bill Bailey die met z’n allerlaatste geld een busticketje koopt van Lafayette Indiana naar L.A. om daar aan te komen in een wereld die je stoutste dromen overstijg. Een wereld van hair metal, decadentie, drugs en hoeren. Een wereld waarvan de leden van GNR aanvankelijk geen deel van uitmaakten.

 

Als straatarme punks hokten ze samen in een piepklein huis waar er één iemand in en één iemand achter de zetel moest slapen. Ze moesten sparen om voldoende geld bijeen te krijgen voor een bordje van de all you can eat salad bar van de pizzatent, een bordje dat ze dan om de beurt vulden – om toch maar iets binnen te hebben. Als ze geluk hadden werden ze in ruil voor hun seksuele diensten getrakteerd door de paaldanseressen die maar wat graag rond muzikanten rondhingen, maar vaker moesten ze naar de liquor store om zich lam te zuipen aan de Nightrain, een zware, smaakloze maar erg goedkope wijn die heel erg populair was bij clochards.

 

De momenten dat het iets beter ging gaven ze dan weer al hun geld uit aan drugs. Slash die andermaal aan de heroïne hangt, wordt door Axl getrakteerd op het snerende Mr. Brownstone. Maar gelukkig waren er ook momenten van poëzie, op Rocket Queen bijvoorbeeld. Axl schreef het nummer voor een vriendin van hem die haar band Rocket Queen wilde noemen. Om die uiting van vriendschap wat extra in de verf te zetten, wilde hij er de opnames van een vrijpartij onder monteren – typische Axl logica. Dus lastte Axl een opnamesessie in waarbij hij seks heeft met Adriana Smith, de vriendin van Steven Adler – nog zo’n stukje typische Axl logica. Technicus Michael Barbiero had weinig zin om er bij te blijven zitten en liet die opnames over aan zijn collega Victor Deglio. Later zou die laatste in de credits staan als ‘de fucking engineer’. Ze hadden dan toch nog een gevoel voor humor..

 

De manie van Axl was, is en zal altijd de lijm in GNR blijven. Vroeger werd die beknot door de input van de andere leden en triggerde en prikkelde het tegelijk ook de agressie van Slash. Nu doet Slash het veel kalmer aan en lijkt Axl totaal los geslagen. Het valt te betwijfelen of dat grote egomonster van Axl nog terug te kooien valt om een reünie mogelijk te maken. Indien ja: zal hij dan nog voldoende kunnen klauwen om Anything Goes en Out Ta Get Me te kunnen krijsen en performen alsof zijn leven ervan afhangt? Ik betwijfel het.

 

Van de cover-art die als allereerste de sticker ‘Parental Advisory’ kreeg van Tipper ‘vrouw van Al’ Gore tot de wat slechte kwaliteit van de eerste druk vinyl – omdat het management en het label niet echt in de band geloofden en dus voor zo goedkoop mogelijke productiekosten opteerden: in elk detail van, op en rond deze plaat steekt een verhaal.

 

Het enige wat we zeker weten: Appetite blijft tot op vandaag het allerbeste wat eender wie van de leden van GNR ooit gemaakt heeft. You know where you are? You’re in the jungle baby, you gonna dddiiiieeeee…!

Plaats een reactie